Bijna 80 procent van leerlingen voelt zich soms eenzaam, bijna 50 procent noemt de school als de voornaamste reden voor hun eenzaamheid. Bovendien geeft 75 procent aan dat er op school helemaal niets gedaan wordt rond eenzaamheid. Dat blijkt uit onze statistieken. Voor de ondervraagde jongeren is het dus duidelijk dat de school een belangrijke rol speelt binnen de problematiek eenzaamheid.
Uit ons literatuuronderzoek en uit het interview met het Jongeren Advies Centrum blijkt dat eenzaamheid niet los te koppelen valt van de onderliggende redenen voor die eenzaamheid: die hebben voornamelijk te maken met depressieve symptomen, een laag zelfbeeld en met verlegenheid.
Eenzame jongeren hebben weinig contacten of weinig echt hechte contacten, ze hebben het gevoel dat niemand hen begrijpt omdat ze vaak niemand of weinig mensen hebben waarmee ze hun gedachten, hun gevoelens kunnen delen. Een laag zelfbeeld, of een minderwaardigheidscomplex ligt hieraan dikwijls aan de grondslag. Een averechts effect van dat lage zelfbeeld is dat eenzame jongeren dan ook geen initiatief durven nemen, omdat ze het zelfvertrouwen missen dat hen toelaat om bijvoorbeeld nieuwe hobby’s uit te oefenen, of een nieuwe sport te proberen, bijvoorbeeld in teamverband of in clubverband. Zo mislopen ze de kans om nieuwe mensen te kunnen leren kennen en nieuwe, hechte vrienden maken.
Het goede nieuws is, dat jongeren hun eenzaamheid kunnen bestrijden door te werken aan de onderliggende redenen voor die eenzaamheid. De school, het zorgteam, de vertrouwensleerkracht en externe hulpverleners (zoals bijvoorbeeld professionals van het JAC of het Overkophuis) kunnen hen daarin bijstaan en een stevig duwtje in de juiste richting geven.
Uit ons literatuuronderzoek en uit het interview met het Jongeren Advies Centrum blijkt dat eenzaamheid niet los te koppelen valt van de onderliggende redenen voor die eenzaamheid: die hebben voornamelijk te maken met depressieve symptomen, een laag zelfbeeld en met verlegenheid.
Eenzame jongeren hebben weinig contacten of weinig echt hechte contacten, ze hebben het gevoel dat niemand hen begrijpt omdat ze vaak niemand of weinig mensen hebben waarmee ze hun gedachten, hun gevoelens kunnen delen. Een laag zelfbeeld, of een minderwaardigheidscomplex ligt hieraan dikwijls aan de grondslag. Een averechts effect van dat lage zelfbeeld is dat eenzame jongeren dan ook geen initiatief durven nemen, omdat ze het zelfvertrouwen missen dat hen toelaat om bijvoorbeeld nieuwe hobby’s uit te oefenen, of een nieuwe sport te proberen, bijvoorbeeld in teamverband of in clubverband. Zo mislopen ze de kans om nieuwe mensen te kunnen leren kennen en nieuwe, hechte vrienden maken.
Het goede nieuws is, dat jongeren hun eenzaamheid kunnen bestrijden door te werken aan de onderliggende redenen voor die eenzaamheid. De school, het zorgteam, de vertrouwensleerkracht en externe hulpverleners (zoals bijvoorbeeld professionals van het JAC of het Overkophuis) kunnen hen daarin bijstaan en een stevig duwtje in de juiste richting geven.
Hoe doen we dit?
Literatuuronderzoek leert ons dat jongeren leren uit de gevolgen van hun daden, wat een effect heeft op de ontwikkeling van hun zelfbeeld. Wanneer een jongere ervaart dat het sociaal gedrag dat hij of zij stelt beloond wordt, dan groeit zijn of haar zelfvertrouwen en wordt het geloof in de daadkracht van het eigen gedrag versterkt. Dit werkt ook omgekeerd: negatieve gevolgen van sociaal gedrag leiden tot onzekerheid bij de jongere en dit brengt het geloof in de effectiviteit van het eigen gedrag aan het wankelen. Om een lang verhaal kort te maken: eenzame jongeren hebben nood aan succeservaringen. Die zullen ze alleen maar kunnen opdoen door uit hun eenzame bubbel te stappen en zich open te stellen voor een veelvoud aan nieuwe ervaringen, nieuwe mensen. Ze kunnen ook toenadering zoeken bij contacten die ze al hebben, en proberen om hun band met hen hechter maken. Hier kunnen leerkrachten en hulpverleners zeker en vast een stimulerende rol in opnemen.
De verschillende redenen voor eenzaamheid hangen samen en beïnvloeden elkaar. Als we werken aan één van de onderliggende redenen zal dit ook een gunstige invloed hebben op de andere redenen voor de eenzaamheid. Krik je met andere woorden het zelfvertrouwen van een jongere op, dan zal deze automatisch minder verlegen worden en nemen de depressieve gevoelens ook af. Wordt een jongere minder verlegen, en neemt hij of zij meer initiatief, dan zal het zelfvertrouwen ook groeien.
Eenzaamheid blijft een taboeonderwerp, dus is het dan ook heel belangrijk dat het bespreekbaar gemaakt wordt in de klas, op school of op de speelplaats om zo ook eenzaamheid doelgericht aan te kunnen pakken.
De verschillende redenen voor eenzaamheid hangen samen en beïnvloeden elkaar. Als we werken aan één van de onderliggende redenen zal dit ook een gunstige invloed hebben op de andere redenen voor de eenzaamheid. Krik je met andere woorden het zelfvertrouwen van een jongere op, dan zal deze automatisch minder verlegen worden en nemen de depressieve gevoelens ook af. Wordt een jongere minder verlegen, en neemt hij of zij meer initiatief, dan zal het zelfvertrouwen ook groeien.
Eenzaamheid blijft een taboeonderwerp, dus is het dan ook heel belangrijk dat het bespreekbaar gemaakt wordt in de klas, op school of op de speelplaats om zo ook eenzaamheid doelgericht aan te kunnen pakken.